Slim laden binnen 5 jaar de norm

By 26 augustus 2022Nieuws
Bijna 140 jaar nadat Carl Benz in 1886 patent kreeg op ’s werelds eerste auto, begint het doek voor de benzine- en dieselauto te vallen. E-rijden heeft de toekomst en is een belangrijk onderdeel van de energietransitie. Of stokt de ontwikkeling door een gebrek aan netcapaciteit toch nog? Ik denk van niet. Met slim laden nemen we die hobbel. Binnen 5 jaar is dit dé manier waarop we in Nederland laden. En het mooie is: slim laden maakt het e-rijden nog groener en betaalbaarder ook. Wishful thinking, zegt u?

 

Zeker, ik geef het direct toe: een gebrek aan netcapaciteit is dé belemmering die de energietransitie nog in de weg staat. Maar hierover bestaan ook misverstanden. “Als ik moet kiezen tussen nieuwe woningen bouwen of laadpunten aanleggen, dan weet ik het wel”, zei een wethouder onlangs nog. Hiermee suggererend dat de beperkte netcapaciteit tot die keuze zou dwingen. Feit is echter dat dit voor het regulier laden van licht verkeer (personenauto’s, taxi’s en bestelbussen) helemaal niet nodig is. Om te beginnen omdat dit met relatief laag vermogen mooi verspreid over de stad gebeurt en netcongestie op het laagspanningsnet op de meeste plekken nog helemaal niet aan de orde is. En verder omdat als deze e-rijders slim laden, dit zelfs de stabiliteit van het elektriciteitsnet versterkt. Dat werkt zo: is de belasting van het elektriciteitsnet hoog, dan kan het vermogen van slimme laadpunten tegelijk worden verlaagd. De e-auto’s laden dan automatisch iets minder snel. Omgekeerd kan de laadsnelheid worden verhoogd als de belasting van het elektriciteitsnet laag is. Zo helpen de e-auto’s piekbelasting op het elektriciteitsnet voorkomen. Zonder dat de e-rijder er iets van hoeft te merken.

Door slim te laden bij de laadpaal op straat plaveien we de weg voor slim laden op andere plekken. We laten zien wat mogelijk is en geven bijvoorbeeld inwoners met een eigen laadpunt het vertrouwen om zelf ook het maximale uit elektrisch rijden en laden te gaan halen.

 Opschalen slim laden kan nu al

Ja, ja, hoor ik u denken. Is dat geen toekomstmuziek, een innovatie die veel te laat komt om voor het gebrek aan netcapaciteit verschil te maken? Absoluut niet, kan ik u verzekeren. In heel wat plaatsen, zoals in Haarlem, is al goede ervaring met slim laden opgedaan. De gebruikte techniek blijkt effectief, functioneert goed en is betrouwbaar. Nu is het zaak om op te schalen. En wel zo snel mogelijk. MRA-Elektrisch wil halverwege 2023 op minstens 1.000 laadpunten slim laden. De potentie is groot, want alleen voor de huidige 9.400 publieke laadpunten van MRA-E gaat het al om een jaarlijkse energievraag van 51 GWh, ofwel het energieverbruik van meer dan 20.000 huishoudens. We zijn al aan het inventariseren: wat weerhoudt ons om op al die punten slim te gaan laden? Bij sommige laadpalen kan het door verouderde hardware nog niet. Daar moet dan een nieuw onderdeel in of we moeten wachten tot de paal aan vervanging toe is. Maar binnen 5 jaar is slim laden de norm. Dat gaan we zeker halen.

Zware e-voertuigen komen later

Ja, ja, hoor ik u opnieuw denken. En het opladen van zware e-voertuigen zoals vrachtwagens en bussen dan? Dat ligt vanwege het grote vermogen waarmee geladen wordt inderdaad anders. Dat kan niet zonder verzwaring van het elektriciteitsnet, althans niet op grote schaal. Een geluk bij een ongeluk is dat terwijl het elektrisch personenvervoer nu heel hard groeit, de zwaardere logistiek nog minder snel gaat. Dat geeft ons iets meer tijd om ons voor te bereiden: welke verzwaring van het net is waar nodig als er ook snel meer zware e-vervoertuigen komen? Ondertussen zit MRA-E niet stil, temeer omdat de aangekondigde uitstootvrije zones voor bestel- en vrachtvoertuigen de druk wel opvoeren. Met die voertuigen en die gebieden die al wel te elektrificeren zijn, gaan we aan de slag. Door op bedrijventerreinen integraal te kijken naar de mogelijkheden voor netaansluitingen, laadpunten, lokale stroomopwekking, en -opslag, zetten we in op wat er nu al wel kan.

Leren door te doen

In de energietransitie loopt Nederland met de opwekking van zonne- en windenergie achter bij veel andere Europese landen, maar met het e-rijden lopen we voorop. Zo staat bijna 30% van alle laadpunten in Europa in ons land. Ook qua innovatie doen we het goed. Veel ontwikkelingen zijn in Nederland gestart en de beste laadpaalfabrikanten en -exploitanten zijn als start-up in ons land begonnen. Dat komt mede door de manier waarop we de ontwikkeling van het e-rijden vanaf het allereerste begin stimuleren: niet afwachten, maar leren door te doen. Dit karakteriseert ook de aanpak van MRA-E en de manier waarop we het slim laden aanjagen. Terwijl slim laden in andere landen vaak nog in de studiefase zit (wat zou je er allemaal mee kunnen doen?), doen we hier in Nederland al meerdere jaren praktische ervaring op. Overheidsorganisaties zoals MRA-E, netbeheerders, laadpaalexploitanten en laadpaalleveranciers werken hieraan in een groot aantal projecten samen. Andere Europese landen volgen die projecten met veel interesse. Zeker nu we kunnen opschalen en steeds beter kunnen laten zien wat slim laden nog meer in petto heeft. Slim laden kan het e-rijden groener en betaalbaarder maken. En daarin schuilt de echte winst.

Groener en goedkoper

Slim laden kan netcongestie helpen vermijden en bijdragen aan een stabieler elektriciteitsnet. Logisch dat hier nu vooral veel aandacht voor is, want het gebrek aan netcapaciteit is een ernstig en urgent probleem dat de energietransitie nog in de weg staat. Toch is dit zeker niet de enige focus van de projecten waarin we in Nederland ervaring opdoen met slim laden. We kijken ook naar de toepassing van slim laden om extra CO2-reductie te realiseren en het laden goedkoper te maken. Dat kan door vooral te laden als er veel wind- en zonne-energie wordt opgewekt en te laden op momenten dat de stroomprijs laag is. Die doelen vallen goed te combineren, want als er veel groene stroom wordt opgewekt, is de stroomprijs meestal ook laag. Ook deze toepassing van slim laden krijgen we steeds beter in de vingers. Zo goed zelfs, dat we ook dit verantwoord op grote schaal zouden kunnen gaan doen. Technisch gezien kan het. Ja, ja, hoor ik u dus wederom denken.

Waar wachten we nog op?

MRA-E wil niets liever dan slim laden nu al inzetten om groener en goedkoper te laden. Voor ons blijft wel altijd voorop staan dat elektrisch rijden een aantrekkelijk alternatief voor rijden op fossiel is. Fundamenteel daarin is dat elektrisch rijders erop kunnen vertrouwen dat de laadpaal levert. Binnen de Nationale Agenda Laadinfrastructuur en met belangrijke partners zoals Stedin, Alliander, TotalEnergies, Vattenfall, Hilversumse Energie Transitie en We Drive Solar werken we aan deze betrouwbaarheid.

Een tweede punt is dat we niet precies genoeg weten waar sturing op ‘netbewust’ prioriteit moet krijgen. Op de weinige plekken waar netcongestie voor publiek laden al een probleem is, willen we groener en goedkoper laden zoveel mogelijk combineren met ‘netbewust’. Totdat de netbeheerder de netcapaciteit op die plekken structureel vergroot heeft. Het enige waar het voor deze toepassing nog aan ontbreekt, is nauwkeurig inzicht in waar netcongestie op het laagspanningsnet zich voordoet of voor gaat doen. Dat inzicht moeten de netbeheerders leveren en u begrijpt: wij staan te popelen om hiermee aan de slag te gaan.

Doet u mee?

Het mag duidelijk zijn dat we met slim laden nóg meer CO2-uitstoot besparen en nóg beter werk maken van een beter klimaat en schone lucht voor ons allemaal. Het maakt het e-rijden goedkoper en als het aan MRA-E ligt, profiteert de e-rijder hier van mee. Bijvoorbeeld in de vorm van lagere laadtarieven. Niet voor niets dus, dat MRA-E volop inzet op de verdere ontwikkeling van slim laden. Hierin trekken we graag op met andere (overheids)organisaties die het slim laden vooruit willen brengen en ik deel graag onze wensenlijst met u:

  • Laadzekerheid: een landelijke ondergrens voor wat de elektrisch rijder op publieke laadpalen altijd aan laadsnelheid mag verwachten, ook bij slim laden. Uitgedrukt in een aantal kilowattuur of kilometer in een tijdvak, bijvoorbeeld 200 km in 6 uur.
  • Direct contact: handzame methoden voor de e-rijder en de CPO om direct contact te hebben over het gewenste verloop van een laadsessie. Onder dit directe contact vallen ook de ‘opt-out’ (de mogelijkheid om slim laden te annuleren en op vol vermogen te laden) en de ‘opt-in’: sterkere sturing op de laadsessie toelaten tegen een beloning.
  • Structurele financiële beloning vanuit de netbeheerders voor ‘netbewust’ laden.
  • Standaardisatie van de manier waarop auto’s en auto-apps reageren op gestuurde laadsessies.

Wilt u meedoen? Dan hoort Pieter Looijestijn graag van u!