MRA-Elektrisch:
van de overheid, vóór de overheid

MRA-Elektrisch (MRA-E) is een samenwerkingsverband van overheden in de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht: samen regio Noordwest. MRA-E stimuleert het elektrisch rijden in deze regio om beleidsdoelen rond luchtkwaliteit en klimaat te realiseren.

In het Klimaatakkoord is vastgelegd dat we in 2030 in Nederland bijna de helft (49%) minder broeikasgassen willen uitstoten dan in 1990. De opgave voor de sector mobiliteit is een reductie van 7,3 Mton; 15% van de totale beoogde reductie. Hier draagt MRA-E aan bij. En meer dan dat. Met elektrisch vervoer zet MRA-E in op leefbare en goed ontsloten steden en dorpen met schone lucht en zorgeloze mobiliteit voor iedereen. Betaalbaar, veilig, comfortabel, makkelijk én gezond.

Van de overheid, vóór de overheid

MRA-E ging in 2012 van start met de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Vervoerregio Amsterdam. Sinds 2014 doet ook de provincie Utrecht mee. Gedeputeerde Jeroen Olthof van de provincie Noord-Holland (Bereikbaarheid en Mobiliteit) is trekker en bestuurlijk opdrachtgever van het programma. Voor de uitvoering van de werkzaamheden heeft Maarten Linnenkamp projectbureau MRA-Elektrisch opgezet. Het bureau werkt voor de drie genoemde provincies en zo’n 80 inliggende gemeenten. Van de overheid, vóór de overheid. De gemeenten Amsterdam en Utrecht hebben een eigen programma. Met deze gemeenten vindt regelmatig overleg en afstemming plaats. Samen maken we het elektrisch rijden tot een succes.

Gezamenlijke aanbestedingen

Belangrijk speerpunt van MRA-Elektrisch: de gezamenlijke aanbestedingen voor openbare laadpalen die de gemeenten via het projectbureau doen. Die creëren volume, waardoor marktpartijen eerder in staat zijn aantrekkelijke biedingen te doen. Dat jaagt het elektrisch rijden aan. Zo groeit het openbare laadnetwerk van MRA-E – dat al tot de grootste ter wereld behoort – snel door: van 4600 laadpunten eind 2019 naar meer dan 6000 eind 2020. Hier bovenop is in 2020 een aanbesteding voor nog eens 20.000 laadpunten gedaan. Eind 2022 bedroeg het aantal laadpunten al meer dan 10.000!

Succesvolle aanpak

“Een mooi succes”, aldus gedeputeerde Olthof, die benadrukt dat gemeenten zeker niet alleen vanwege het schaalvoordeel meedoen. Dit constateren Jan de Reus (gedeputeerde Flevoland) en Huib van Essen (Utrecht) ook. Olthof: “De gezamenlijke aanpak neemt gemeenten ook veel werk uit handen. Je hoeft het wiel niet zelf uit te vinden. Bovendien zetten we via het programma van eisen sterk in op innovatie. Denk bijvoorbeeld aan slim laden, prijstransparantie en dienstverlening aan elektrische rijders. Op deze manier houden gemeenten stevig grip op wat er gebeurt in de openbare ruimte. En daar ligt bij uitstek hun verantwoordelijkheid.”

Goed voorbeeld

Ook de Rijksoverheid ziet dat openbare laadpunten het beste onder supervisie van gemeenten door marktpartijen kunnen worden geplaatst en beheerd. Gemeenten zijn in de beste positie om ervoor te waken dat de kwaliteit voldoet, publieke doelen worden bereikt en de tarieven acceptabel zijn. Binnen de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) heeft de Rijksoverheid de aanpak van MRA-E daarom als voorbeeld gesteld. Naast regio Noordwest zijn er in 2020 nog vijf regio’s geformeerd. De insteek: in iedere regio tot een vergelijkbare regionale samenwerking komen als in regio Noordwest met MRA-E. Binnen de NAL is MRA-E voorzitter van werkgroep ‘Versnellen proces’. MRA-E helpt de andere regio’s waar mogelijk graag op weg.

Binnen het project MRA-Elektrisch werken overheden in Flevoland, Noord-Holland en Utrecht samen om elektrisch vervoer te stimuleren en een netwerk van publieke oplaadpunten te realiseren