MRA-E en G4 steden delen kennis over gebruik laadpalen

By 18 mei 2017Nieuws

In opdracht van MRA-E verzamelt en analyseert de Hogeschool van Amsterdam (HvA) de data van alle laadpalen de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht. Ook de laadpalen van Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam worden door de HvA geanalyseerd. Samen gaat het om ruim 70% van alle laadpalen in Nederland. Wie laadt waar, wanneer, hoeveel en hoe lang? Analyse van deze harde cijfers levert een solide basis op om het elektrisch rijden nog effectiever aan te jagen.

Waardevolle informatie
Voor MRA-levert de analyse de basis voor een uitgekiend plaatsingsbeleid: afhankelijk van het gebruik van de bestaande laadpalen kunnen er gericht palen worden bijgeplaatst of weggehaald. MRA-E en de G4-steden delen de bruikbare informatie ook met derden. Zo kon bijvoorbeeld het hardnekkige misverstand worden ontkracht dat e-rijders laadplaatsen misbruiken als parkeerplek. In een artikel in de Volkskrant stelde Gertjan Geurts van Social Charging dat 80% van de tijd dat een elektrische auto aan een oplaadpaal staat, deze niet aan het laden is. De laadcijfers in de G4 en MRA-E-gebied nuanceren dit. Circa 36% van de sessies is korter dan 4 uur; bijna 95% korter dan een dag. ‘In vergelijking met reguliere parkeerders zijn deze data waarschijnlijk zelfs zeer goed te noemen’, concludeert Rick Wolbertus van IDO-Laad.
Bovendien hebben de meeste laadpalen twee laadpunten, dus mocht een laadpunt wat langer bezet zijn dan is er altijd nog een tweede beschikbaar. Op een vergelijkbare manier is ook aangetoond dat plug-in-hybrides een belangrijke bijdrage leveren aan de business case voor oplaadpalen. Plug-in-hybrides zijn verantwoordelijk voor ruim de helft van het totaal geladen aantal kWh. Dankzij de plug-in-hybride komt een gezonde business case voor oplaadpalen sneller dichterbij, waarbij de overheid niet meer in de laadinfrastructuur hoeft te investeren. Ze zijn een stepping stone op weg naar een volledige energietransitie met uitsluitend vol-elektrische auto’s en een wagenpark dat de mens en het milieu niet langer bedreigt.

Privacy gewaarborgd
MRA-E gaat zorgvuldig met de data om. Zo worden er aan derden alleen geaggregeerde en geen ruwe data verstrekt. Op die manier kunnen individuele gebruikers niet worden getraceerd en is hun privacy gewaarborgd. Tegelijkertijd beschermt dit de laadpaalexploitanten die de data beschikbaar stellen. Zij begrijpen dat het delen ervan het elektrisch rijden vooruit kan helpen, maar beschouwen de ruwe data terecht als bedrijfsgevoelige informatie.

MRA-E deelt de informatie via congressen en publicaties en natuurlijk richting de gemeenten waar de laadpalen staan. Ook gebeurt dit via het samenwerkingsproject IDO-Laad, waaraan naast de G4-steden en MRA-E onder andere energieleveranciers, adviesbureaus, netwerkbeheerders en automerken deelnemen.

Heeft u een specifieke vraag over de data? Dan kunt u die aan MRA-E voorleggen. MRA-E kijkt dan of en hoe uw vraag beantwoord kan worden. Omdat de analyse van de data specialistisch werk is waarvoor de HvA een tool ontwikkeld heeft, wordt de data-analyse uitgevoerd door de HvA. Dat garandeert een correcte analyse en juiste interpretatie.