Waarom werkt laden in een lantaarnpaal vaak niet?

By 17 juli 2019Nieuws

Regelmatig stellen gemeenten MRA-Elektrisch de vraag: kunnen we een laadpunt niet combineren met de (bestaande) verlichting? In de lantaarnpaal zit immers al stroom. En door de lichtmast te combineren met een laadvoorziening, benutten we de schaarse ruimte op straat veel beter. ‘Zet gewoon een stopcontact op de lantaarnpaal!’ Zo eenvoudig is het helaas niet. Wat zijn de bezwaren, en wanneer kan het wél? 

  1. De netaansluiting
    Een lantaarnpaal heeft een hele lichte netaansluiting. Voor het laden van een elektrische auto is een hoger vermogen sterk aan te raden. Daarvoor zouden alsnog een aparte netaansluiting en elektrotechnische beveiligingen moeten worden aangelegd.
  2. Het ontwerp
    Een combinatie van licht en laden levert letterlijk een veel dikkere lantaarnpaal op. De aparte netaansluiting en de beveiligingen passen niet in een normale lantaarnpaal. Ook vraagt het uitvoeren van een laadsessie meer intelligentie, waarvoor een controller moet worden ingebouwd.
    De netaansluiting kan ook buiten de lantaarnpaal geplaatst worden, zodat je toch één slank object behoudt. Maar dan is er weer een aparte kast nodig voor de netaansluiting; de objecten worden hierop aangesloten.
  3. Het kostenplaatje
    Het ontwerp met complexere technologie maakt de lader een stuk duurder en ook de voorbereidingskosten voor de plaatsing van een combipaal zijn hoger. Bovendien kunnen gemeenten nu kostenefficiënt werken door samen grotere aantallen laadpalen af te nemen. Dat is bij een combipaal lang niet altijd mogelijk.
  4. Locatie
    De lantaarnpaal moet maar net op een geschikte plek staan. Nu staat een laadpaal precies tussen twee parkeervakken in. Zo kunnen er twee elektrische auto’s laden bij één laadpaal. Op exact díe locatie zou dan ook de verlichting moeten (kunnen) staan.
  5. Verantwoordelijkheid
    Wie is verantwoordelijk voor de combipaal? De aansprakelijkheid wordt een stuk complexer doordat er twee partijen verantwoordelijk zijn voor de lantaarn- dan wel laadpaal. Wie verzorgt de schoonmaak en het onderhoud? En wat gebeurt er bij een aanrijding of defect?
  6. Energielevering
    Er moet bepaald worden op wiens naam de netaansluiting komt en aan wie er energie geleverd gaat worden. Omdat de elektriciteit op één plek binnen komt maar voor twee verschillende doelen wordt geleverd, is er een verrekening nodig tussen de twee verantwoordelijke partijen. Een alternatief is gebruik te maken van de regeling Meerdere leveranciers op één aansluiting (MLOEA). Dit maakt het mogelijk om meerdere energieleveranciers te contracteren op één netaansluiting.
  7. Toekomst
    Wat te doen als het laadpunt is verouderd en vervangen moet worden? Gaat dan de lantaarn ook weg? Of in het omgekeerde geval?

Er spelen dus veel vragen rond het samenvoegen van lantaarnpaal en laadpunt. Toch zijn er bedrijven die verlichting en laden gecombineerd aanbieden. Dat lijkt vooral een optie bij nieuwbouwprojecten.

Wanneer kan een combinatie wél?
Bij gebiedsontwikkeling en nieuwbouwprojecten moeten zowel de lantaarnpalen als de laadpunten hun plek nog krijgen. Over beide moet in de ontwerpfase worden nagedacht en dan kan de combinatie kansrijk zijn. De lantaarnpalen kunnen dan precies de goede plek krijgen: voor de verlichting van de straat én het laden. Daarbij is het van belang de netaansluiting en controller voor bijvoorbeeld de hele straat op één plek weg te werken, en de bekabeling vandaaruit door te trekken naar eenvoudige connectoren in de lantaarnpalen. Ook is het aan te raden om direct één beheerder voor de gehele installatie aan te wijzen.

Bekijk ook de Handleiding gebiedsontwikkeling en elektrisch vervoer, een praktisch stappenplan om gemeenten te helpen om bij nieuwbouw en herontwikkeling tijdig rekening te houden met elektrisch vervoer.

Meer weten? Neem contact op met Pieter Looijestijn.